[Bijbel in 1 dag] - Judas
Description
Dit boek is niet geschreven door Judas Iskariot, de leerling die Jezus verried. De Judas die dit boek schrijft was één van de vier broers van Jezus die met naam wordt genoemd in het Nieuwe Testament. Jezus’ andere broers heetten Jakobus, Jozef en Simon.
Evenals Jakobus was Judas een belangrijke leider van de vroege kerk geworden. Het zou kunnen dat de twee andere broers ook een hoge posities innamen, maar dat is niet met zekerheid te zeggen.
De brief van Judas is waarschijnlijk eind jaren zestig van de eerste eeuw geschreven vanuit Jeruzalem. Het is een korte brief: slechts één hoofdstuk van 25 verzen. Alleen Filemon, 2 Johannes en 3 Johannes zijn korter. Judas’ tekst zit vol verwijzingen naar het Oude Testament, maar ook naar twee Joodse boeken die niet in de Bijbel zijn opgenomen. Dat maakt dit Bijbelboek voor ons soms lastig te begrijpen.
Volg niet de weg van de goddelozen
We kennen de context dus niet precies, maar wat vaststaat, is dat Petrus’ voorspelling over valse leraren is uitgekomen. Als Judas zijn brief schrijft, zegt hij in de opening dat hij van plan was te schrijven over Gods reddingsplan. Hij voelt zich echter gedwongen om dat uit te stellen vanwege deze urgente zaak.
De boodschap van Judas aan de gelovigen is simpel: volg niet de weg van deze goddeloze mensen. Ze misbruiken Gods Woord om een losbandig leven te leiden. ‘God is toch genadig? Dan vergeeft Hij wel’, is hun houding. Zij hebben geen reddend geloof, zoals blijkt uit hun zondige levensstijl. Daarom roept Judas zijn lezers op om niet te doen zoals deze leiders. Letterlijk zegt hij:
‘Maar u, geliefde broeders en zusters, moet uw leven bouwen op het fundament van uw zeer heilige geloof. Laat u bij het bidden leiden door de heilige Geest, houd vast aan Gods liefde, en zie uit naar de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus, die u het eeuwige leven zal schenken. Ontferm u over wie twijfelen en red anderen door hen aan het vuur te ontrukken. Uw medelijden met nog weer anderen moet gepaard gaan met vrees; verafschuw zelfs de kleren die ze met hun lichaam bezoedeld hebben.’ - Judas 1:20-22
Laat God je leven leiden
Het fundament van het geloof is dat Jezus voor onze zonden is gestorven. Hij heeft de straf gedragen. Doordat wij ons vertrouwen op Hem stellen, zijn wij met Hem dood gegaan en opgestaan. De wet heeft geen gezag meer over ons.
Dat houdt dus wel in dat we oprecht moeten geloven. Dat geloof wordt zichtbaar in onze levensstijl. Als we bij Jezus horen, zijn we ons bewust van de zonde en willen we steeds meer op Hem gaan lijken.
Judas waarschuwt de christenen voor de mensen aan die zeggen te geloven, maar daar in de praktijk niets van laten zien. Vertrouw op God en laat Hem je leven leiden, concludeert Judas.
De 21 brieven die we hebben besproken, geven ons een beter begrip van het evangelie. Ze laten zien hoe makkelijk het is de boodschap van God verkeerd te begrijpen of zelfs te misbruiken. Veel christenen lezen de brieven niet graag, zeker niet de brieven die wat streng van toon zijn. Ze hebben het gevoel dat Paulus en de andere apostelen allerlei nieuwe regels opleggen en het evangelie nodeloos ingewikkeld maken.
Maar de brieven zijn zo belangrijk, want niets menselijks is ons vreemd. Hoe vertalen wij Jezus’ onderwijs en Zijn plaatsvervangend offer naar het leven van alledag? En hoe horen gelovigen met elkaar om te gaan in kerkelijk verband? Daar hebben we de uitleg van Jezus’ ooggetuigen voor nodig. Wat zij schrijven, is bovendien geïnspireerd door de Geest en dus de moeite waard om te bestuderen.
De brieven herhalen dat Jezus de beloofde Messias was en dat Hij moest lijden en sterven in onze plaats. Hij is het lam dat God aan Abraham schonk zodat hij zijn zoon Isaak niet hoefde te offeren. Hij is het lam dat de Israëlieten eigenlijk slachtten toen God alle eerstgeborenen doodde in Egypte, behalve die door het bloed van het lam werden beschermd. Jezus stierf in onze plaats. Hij stond ook weer op. Dat is het bewijs dat de overwinning op de zonde en de dood volledig is behaald.
De briefschrijvers maken duidelijk dat Jezus zowel voor de Joden als voor de niet-Joden kwam. Niet onze afkomst, maar ons geloof verbindt ons met Jezus’ dood en opstanding. Vanaf nu ziet God onze zonden niet meer als Hij naar ons kijkt. Hij ziet Jezus’ volmaakte offer. We staan voor Hem als zuivere, rechtvaardige mensen zonder zonde of gebrek.
Dat is dus geen vrijbrief om te blijven te zondigen. We zijn nog menselijk en het is zelfs mogelijk dat de zonde heerst in ons lichaam. Omdat wij als het ware met Jezus gestorven zijn, heeft de dood echter geen vat meer op ons. Jezus stelt ons in staat om met de zonde af te rekenen. Wetende dat we bij Jezus horen, mogen we werken aan het verwijderen van zonden uit ons leven. Een mooiere manier om dit te zeggen, is: we mogen steeds meer op Jezus gaan lijken. Tuurlijk maken we fouten, maar groeien in Christus is mogelijk.
Laat je echter geen nieuwe regels en wetten opleggen. We hoeven ons niet te houden aan de Joodse wetten en voorschriften, maar we moeten ook niet meegaan in wat de wereld om ons heen normaal vindt. Dien geen afgoden, pleeg geen overspel, steel niet enzovoort zijn nog steeds belangrijke principes. De liefde voor Jezus, de liefde voor elkaar en de liefde voor jezelf zijn de bouwstenen van een leven dat gericht is op God. Het huwelijk is hier een mooi beeld van. De ideale man en de ideale vrouw hebben elkaar lief en dienen elkaar. De één heerst niet over de ander.
Als wij burgers van Gods koninkrijk zijn en leven zoals God dat wil, kan dat twee effecten hebben. Enerzijds komen mensen tot geloof, anderzijds leidt dit tot onbegrip, tegenstand en zelfs vervolging. Als dat gebeurt, wees dan blij. Ook Jezus werd vervolgd. Tegenstand test je geloof en zuivert het. Hou daarom vol en sta sterk in het geloof. Vroeg of laat komt Jezus terug en dan zul je voor altijd bij Hem zijn.